Het is een meisje en ze heet Prune!


Vrolijk komt ze aangelopen als Pascalien haar roept, in een wei vol ezels. La Troupe.


Even er voor heeft Pascalien de route met ons doorgenomen. En alles over de verzorging van Prune verteld. ’s Ochtends moeten we haar goed borstelen, de hoeven krabben en haar spuiten met citronella tegen de muggen. Bij aankomst afzadelen en dan zal ze direct gaan rollen. Op een vaste plek in de wei.

’s Ochtends zadelen we haar op terwijl ze eet. Een mix van graan en water. Voor de rest eet ze onderweg: gras, takjes, valappels. ’s Avonds in de wei graast ze verder.

Heel belangrijk: ze mag eten als wij pauze nemen, NIET tijdens het lopen. Wees streng.

En ja iedere ochtend probeert Prune het opnieuw; lekker eten – stilstaan, trekken, langzaam lopen- als we net op pad zijn. Na een klein half uurtje weet ze heel goed dat wij de baas zijn en doet het niet meer.

Het is heel heet als we aan de tocht naar Bruzon beginnen. Onwenning lopen we door het bos en de zonnebloemvelden naar Bourdeaux. Prune is mooi en lief, weten al meteen.

We zijn met z’n vieren als een blok voor Prune gevallen.

En ze wordt de meest gefotografeerde ezel aller tijden. Want Prune is een fotomodel. Wat staat ze mooi in het bos, in het veld, op de weg, tussen de zonnebloemen, bij een boom, in de wei, met de kinderen….

In Bourdeaux – we zijn net een uur onderweg- komen we langs een terras. Hoe doe je dat met ezel?

We lopen als een zigeunerfamilie door de Drôme en trekken veel bekijks.

Bij de eerste rivieroversteek ontmoeten we collega’s. Zij zijn op de terugweg. De ezels begroeten elkaar. Even later ontmoeten we een Belgisch gezin met ezel Mistou. Zij lopen dezelfde route als wij. Mistou is een grote ezel en zeer geïnteresseerd in onze Prune.

De tocht is prachtig maar zwaar. Dit komt vooral door de hitte. De zolen van de bergschoenen van Mark laten los, later blijkt dat de Belgische vrouw het zelfde is overkomen. ’s Avonds gaan ze met .. van Bruzon op schoenjacht.

Prune weet de weg. Vlak voor Bruzon twijfelen we even,maar Prune staat haar mannetje: deze kant op trekt ze. Zo gaat het vaker.

Bruzon: het is alsof we een ansichtkaart instappen. Nee, geen koud pilsje! Ezel eerst! Afzadelen, water en daar gaat onze Prune de wei in. Ze is nog alleen, Mistou komt later.

Onze kamer is in het bijgebouw en het uitzicht is overweldigend. Onder ons graast Prune.

Borreltijd in de tuin en een fantastisch diner in de keuken. We voelen ons echt als god in Frankrijk.

Na een uitgebreid ontbijt vertrekken we. We hadden best wat langer willen blijven maar ons ezelavontuur gaat door.

Het is heet. De route prachtig en we lopen met Prune alsof we al jaren met een ezel op reis zijn. De kinderen zoeken valappeltjes, lekker bloemen en sappige takjes met frisse blaadjes. Ze lopen ook met Prune, maar onze dames weet het meteen: een nieuwe kans om onderweg te eten.

We picknicken in de schaduw. We hebben een fantastische lunche meegekregen. Een heerlijke salade, fruit, zelfgemaakte jam, wijn, geitenkaasje, een worst, brood.




We vervolgen onze weg. Op de kaart lijkt het of we door een bos lopen. Schaduw! Maar nee, het pad is te breed en er is weinig schaduw.

We genieten volop van het landschap, de bloemen, de insecten. Prune heeft het ook warm en past haar tempo aan.

Verhit komen we aan in Vesc. Terras is dicht! Gelukkig kunnen we op een camping een ijsje kopen en een koude cola.

We lopen door naar Damian. We hebben geen idee wat we kunnen verwachten. Een congrescentrum. Het staat groots aangegeven. Mark is bang dat hij in een ongezellig centrum terecht komt die hij van zijn werk kent.

Damian is in de zomer een verzamelplaats voor fietsers, wandelaars, ezels en een groep jongeren. Het zwembad is geweldig. De accommodatie is eenvoudig maar prima. Voor Prune is er een prachtige wei. Hij wordt begroet door Tistou en evenlater verschijnt ook Mistou.

’s Avonds eten we met z’n allen in de eetzaal. Prima spagetti, een hele ander maaltijd dan de avond ervoor. Na het eten verzamelen zich alle gasten op het pleintje. Er wordt getafeltennist, jeu de boule gespeeld, gekletst en gelezen.

’s Ochtends zorgt Mistou voor de nodige commotie. Terwijl wij Prune opzadelde, ontsnapt Mistou. Hij rent als een bezetene rond. Schrik, lachen en een paar mensen vangen hem.

Het is minder heet en we lopen door het bos. We lopen lekker door en genieten volop. Op de kaart hebben we gezien dat het laatste stuk een flinke klim is. Bang voor een zeer hitte eindspurt lopen we flink door.

Het waait een beetje en ook Prune heeft er zin in. De klim valt erg mee en voordat we het weten zijn we op de Col. Er is niemand, maar volleerde ezelaars als we zijn brengen we Prune naar de wei. Zij is ook hier duidelijk vaker geweest. We geven haar water en gaan zelf lekker onder een boom zitten.

We zoeken naar een zwemplek die er zou zijn. Het zwembadje is van de buren – de enige andere mensen in de wijde omtrek-  en als die er zijn, kunnen de gasten van Le col het niet gebruiken.

En daar komt Alain aan. Hij is verbaasd ons al te zien. We worden heel hartelijk welkom gegeten. Le Col is een hut, heel simpel maar ook heel mooi. We hadden de kinderen verteld dat we met andere mensen op een slaapzaal zouden slapen, maar wij blijken de enige gasten te zijn.

Alain kookt zeer uitgebreid voor ons.

We zitten bovenop een col ver van de bewoonde wereld. Prune staat alleen in de wei en wij hebben het idee dat we al ruim een week op pad zijn.

Erg goed slapen we niet. We horen muizen.

Na het ontbijt vertrekken. Alweer de laatste dag. Het landschap is anders dan de vorige dagen. We zitten hoger en hebben adembenemende uitzichten.

We lopen verkeerd. Ook Prune biedt geen helpende hand. Logisch blijkt later.We lopen in een gebied waar verschillende routes – heen/terug, 2 daagse- zijn en die kent Prune ook allemaal.

Het is weer warm en niet voor te stellen dat het de laatste uren met Prune zijn. Net als de andere dagen drinken we liters water. De tassen die Prune draagt worden lichter en lichter. Overal zitten flesjes water. We nemen per dag zeker 8 liter water mee.

We verwachten dat Prune een flinke eindspurt in de benen heeft. Dit blijkt niet het geval. Ze loopt door maar trekt ons niet richting de stal.

We lopen weer door het bos van de eerste dag. Beneden zien we de boerderij van Pascaline en …. Liggen. Ook de wei vol met ezels komt in zicht.

Prune, je gaat terug naar je vriendjes, roepen de kinderen.

We zadelen Prune af en ze rent de wei in. Rollen en rollen op haar eigen plek.

Daaaaaaag Prune.

Maar we blijven nog een nachtje op de boerderij. We slapen in een prachtige kamer. Met Haitiaanse zon. En ’s avonds eten met Pascaline, Alain en  zoon.

Buiten met uitzicht op Bourdeaux. We kunnen een groot deel van de wandeling die we hebben afgelegd zien liggen. We eten, drinken, kletsen terwijl onder ons de ezels grazen in de wei.